ACTEURSTRAINING

Ann De Beleyr

ACTEURSTRAINING

Met de hele groep gaan we op zoek naar variatie in het gedrag, we experimenteren, repeteren en uiteindelijk is het de speler die vanuit zijn eigen voorkeur een keuze maakt.

Men is in staat de dialoog tussen zichzelf en de omgeving te verbeteren.

Men ontdekt krachten bij zichzelf die men daarvoor niet kende en dus ook nooit gebruikte. Het rollenspel wordt een ervaring, een beleving van contact en communicatie met anderen. 
 
Acteren binnen trainingen geeft aan het leerproces een extra impact. Als actrice gebruik ik acteertechnieken om een leerdoel te bereiken. Ik improviseer en reageer op het gedrag en de manier van communiceren van de cursist. Ik ervaar bewust mijn emoties, gedachten en bewegingen die hierbij worden gevormd. Dit laat mij toe om zeer nauwkeurige feedback te geven.
 
Al naar gelang de samenstelling van de groep en het objectief van de training, gebruik ik diverse vormen van rollenspelen, inlevingsmethoden en bewegingsvormen. 
 

Door zelf te spelen, me te laten corrigeren en te experimenteren, dedramatiseer ik het rollenspel en verlaagt de drempel voor anderen om erin te stappen.

De deelnemer komt uit de comfortzone, durft te spelen of te doen alsof en ervaart hierdoor de mogelijkheid om ook in het echte leven een strategisch gekozen communicatiestijl te hanteren die de relatie ten goede komt en de boodschap verduidelijkt. 

 Jerzy Grotowski
 
Jerzy Grotowski (1933 - 1999)
was een Poolse toneelregisseur en een vernieuwer op het gebied van experimenteel theater. Hij heeft de termen 'theaterlaboratorium' en 'sober theater' op zijn naam staan.

Eén van de belangrijkste principes van Grotowski's leer is de zogenaamde via negativa: een acteur moet alles afleren wat hij ooit over acteren heeft geleerd. Hij moet alle blokkades opheffen die hem verhinderen 'zuiver' te acteren. Geen verzameling van trucs maar een wegwerken van belemmeringen.

Om deze staat te bereiken, ontwikkelde Grotowski zeer specifieke lichaamsoefeningen. Soms put hij de acteur op het fysische vlak zodanig uit dat een zekere weerstand wordt gebroken en men wel moet terugvallen op wat er rest aan natuurlijke impulsen. 
 
Ik kwam in contact met de ‘Grotowski-methode’ dankzij Anita Daldini. Ik leerde haar kennen toen ik als 14-jarige dictie en voordracht wou volgen aan de Academie voor woord en muziek in Sint-Niklaas. Zij is ondertussen een dierbare vriendin geworden, die mij nog steeds inspireert vanwege haar gedrevenheid, haar generositeit en haar techniciteit.

Bij haar ontstond mijn liefde voor poëzie, werd ik bewust van ademhaling en lichaamshouding en leerde ik wat je met training kan bereiken. 
 
Anita : « Grotowski was heel boeiend omdat zijn training zo veelzijdig was. De man had de beweging bestudeerd in de sport, theater- en danswereld en in het ritueel. Hij stelde een training samen die ons zo losmaakte dat we de grenzen van onze eigen fysieke mogelijkheden elke dag konden verleggen. 

Net zoals de wielrenners 'reden' wij met een 'tweede adem'. Een interessante periode waarin we super creatief konden zijn omdat alle remmingen (door vermoeidheid… door activatie van zenuwbanen… door kliersecretie… adrenalinetoevoer in de hersenen??? ik weet het niet...) wegvielen.

De stap naar het onderbewustzijn is dan niet ver en van zodra je voelt dat je meer bent dan je naam wordt het zeer interessant. Putten uit jezelf... De bijna niet te omschrijven ervaringen - momenten in de tijd die ontstaan door een wisselwerking tussen de zoekende regisseur en acteur -heb ik, werkend met mijn leerlingen, proberen over te brengen. Vaak met schitterende resultaten als gevolg.»

 


 Jacques Lecoq
 
Jacques Lecoq is één van de meest invloedrijke Europese theaterpedagogen uit de twintigste eeuw. Hij is in het theater terechtgekomen via de sport. Zijn school in Parijs, gesticht in 1956, verwierf wereldwijd faam vanwege de acteursgerichte training en werd broedplaats en springplank voor tal van theatermakers, kunstenaars en pedagogen.

Veel van zijn oud-leerlingen zijn ook zelf gaan lesgeven en over de hele wereld zijn scholen op zijn werk gebaseerd. 
Luc De Smet is zo één van die leerlingen. Hij richtte in 1986 ‘De Kleine Academie’ op. Hij leidt de school en geeft o.m. lessen bewegingsanalyse en spel.

In ‘De Kleine Academie’ staat de eigen, creatieve persoonlijkheid centraal. Je krijgt als leerling uitvoerig de gelegenheid om een antwoord te vinden op de vraag waarin de eigen creativiteit precies gelegen is en hoe die het best tot haar recht komt.

Het is een originele theaterschool met beweging en spel als pedagogische grondslag. Ze ontwikkelt vooral het scheppend vermogen en bereidt voor op het maken van oorspronkelijk werk. Ze is daarmee een uniek leertraject voor alle kunstenaars, beginnend of gevorderd, en voor ondernemers in andere creatieve beroepen.
 
 
Ik sprong, ik experimenteerde, ik gooide mezelf in het proces. Geen richtlijnen. Niet zoeken, alleen maar vinden. Het lichaam trainen en elke dag opnieuw diezelfde handelingen-reeksen uitvoeren. Leren stappen, van de ene kant van de zaal naar de andere kant. Leren kijken naar de beweging van anderen en zintuiglijk specifiek waarnemen. Zorgvuldige observatie en daarna het plezier van de imitatie, het nadoen, in de stilte voor of voorbij de woorden.

Les krijgen van een acteur, pedagoog en filosoof als Luc De Smet is een cadeau voor het leven. Gedurende 2 jaar gaf hij mij feedback enkel door zijn wenkbrauwen te fronsen of een specifieke blik te richten. Hij leerde mij hoe ik acteurstraining kon linken aan bedrijfstraining en legde zo de basis voor mijn eigen originele aanpak.

 
 

Andere invloeden: